In het jaar 1928 werden enkele hoofden bij elkaar gestoken. Opeens was er een comité die met een lijst bij de bevolking van Westendorp kwam om geld in te zamelen. Het verhaal was dat er geld nodig was om instrumenten aan te schaffen. Wat men er voor terug kreeg? Mooie muziek natuurlijk! Want tot die tijd was het niet meer dan een “knetterkoor”.

Dankzij de gulle giften van menig inwoner kwam er voldoende in kas om de eerste instrumenten en studiematerialen aan te schaffen. Het opleiden kon toen van start gaan en de heer Kappert was de eerste dirigent en instructeur.

Het lokaal van de openbare school was de eerste oefenruimte waar Westendorps Fanfare tegen betaling mocht oefenen. Men moest hiervoor een vergoeding van maar liefst fl. 0,50 per repetitie betalen, dit was dan inclusief “vuur en licht”.

Op 2 januari 1929 werd Westendorps Fanfare opgericht. Vijf maanden later moest het dan echt gebeuren. De feestcommissie had de fanfare ervan weten te overtuigen dat het leuk zou zijn om tijdens de kermis een stukje ten gehore te brengen. Na 150 dagen hard oefenen wist men het voor elkaar te krijgen; maar liefst 2 marsen en 1 wals zouden er gespeeld worden. Dit kwam gelijk in de plaatselijke krant te staan.

Na een geslaagd eerste buitenoptreden begon het echte werk. er werd druk geoefend voor een uitvoering. Hiervoor moest er wel toestemming zijn van de burgemeester en wethouders. Deze toestemming werd verkregen en er werden maar liefst twee avonden gepland voor de uitvoering in verband met het grote animo, te weten 29 en 30 januari 1930. En dit 1 jaar na oprichting!

In 1934 werd Westendorps Fanfare lid van de Koninklijke Federatie van Harmonie en Fanfare gezelschappen (de huidige KNFM). In hetzelfde jaar werd er voor het eerst meegedaan aan een concours te Barchem. Er werd begonnen in de vierde afdeling. Dit was het moment voor Westendorps Fanfare om te laten zien wat een vereniging met 13 leden kan. Er werd een eerste prijs behaald met 51 punten!

De bevolking van Westendorp was zeer verguld met de fanfare, want op 9 augustus 1936 werd er een vaandel aangeboden. Na een uniformloze tijd van negen jaar kreeg men in 1938 allemaal een pet. Dit was het begin van de uniforme kleding. Iedereen droeg daarbij een donker pak, wit overhemd en een donkere stropdas.

Toen brak er een donkere tijd aan voor Westendors Fanfare. In de oorlog kwam alles waar zo hard aan was gewerkt tot stilstand. Na de oorlog kwamen de bevrijdingsfeesten en werd de fanfare onder leiding van de heer Helmink in oude glorie hersteld.

1951 was voor Westendorps Fanfare een belangrijk jaar. Het Instrumentenfonds werd toen opgericht door enkele inwoners uit Westendorp. Er werd ten doel gesteld de fanfare te ondersteunen in de aanschaf van instrumenten en uniformen. Dit fonds bestaat nog steeds en daar is de fanfare heel blij mee.

In 1962 werd de fanfare uitgenodigd om een serenade te brengen bij Baron en Baronesse Sloet van Oldruitenborgh – Baronesse van Dedem ter opluistering van hun vijfentwintig jarig huwelijk. Als blijk van dank voor de gebrachte hulde verleende het bruidspaar de fanfare toestemming om jaarlijks een openlucht concert nabij kasteel Slangenburg te verzorgen. Hieruit ontstond de traditie die tot op heden met veel plezier wordt voortgezet.

In 1969 ontvingen de leden van Westendorps Fanfare een compleet uniform van de Westendorpse bevolking. Dit ter gelegenheid van het veertig jarig bestaan. De pet werd ingeruild voor een donkerblauw uniform met witte pet. Door de sterke gelijkenis met de toenmalige uniformen van de verkeerspolitie werden de leden op weg naar uitvoeringen regelmatig geconfronteerd met weggebruikers die plotseling keurig gedrag vertoonden.